Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch Aarons naam zult gij schrijven op den staf van Levi; want een staf zal er zijn voor het [3]hoofd van het huis hunner vaderen. 3. Dat is, voor elk hoofd, voor elken vorst, of overste van het vaderlijk huis. De zin is: ofschoon Ik wel den stam van Levi onderscheiden of gedeeld heb in tweeen, te weten de priesterlijke linie van Aaron en de Levieten, zo zullen zij nochtans in dezen samen gerekend worden onder een hoofd, namelijk Aaron.